Werknemerskengetallen

Werknemerskengetallen

De kengetallen besproken in het vorige hoofdstuk hebben allen betrekking op de activa in de vorm van bijvoorbeeld gebouwen, machines, voorraden en geld.

Een andere belangrijke factor is die van kwaliteit. Kwaliteit vindt men onder andere in de vorm van kennis, kunde en vaardigheden van de werknemers. Ook het aantal werknemers is een belangrijke resource van de onderneming. Wanneer we de financiële gegevens analyseren is dus ook van belang de prestaties van de werknemers te analyseren.

Hierbij wordt er onderscheid gemaakt in de volgende kengetallen en bijbehorende cijfers:

  1. Het aantal werknemers in fulltime-equivalenten
  2. De omzet per werknemer
  3. De toegevoegde waarde per werknemer
  4. De kosten per werknemer
  5. De nettowinst per werknemer

Werknemers PostNL

Wanneer we het jaarverslag van PostNL over 2017 lezen zien we dat er in 2017:

2017:     44263    werknemers in dienst zijn. Tezamen zijn die goed voor:

2017:     25279 FTE’s binnen PostNL op alle verschillende afdelingen van PostNL.

De FTE’s van PostNL zijn de laatste 5 jaren langzaam gedaald en ten opzichte van 2016 weer iets gestegen.

Omzet per werknemer

Uit het jaarverslag over 2017 blijkt een omzet te zijn gerealiseerd van 3495 miljoen euro.
Wanneer we dit per werknemer berekenen komen we uit op:

2017:                     € 3495 000 000,- / 44263 =            € 78 959, 85 per werknemer.

In vergelijking met de afgelopen jaren is hierbij een duidelijke stijgende trend te zien van meer omzet per werknemer. Ter vergelijking:
2013:                     € 60823,37
2014:                     € 66171,41
2015:                     € 70382,72
2016:                     € 73467,37

 

 

Toegevoegde waarde per werknemer

De toegevoegde waarde zoals vermeld in de jaaropgave:

2017:   € 33775000,-

 

Afgelopen 4 jaren:

2016 €32138000,-
2015 €32618000,-
2014 €31429000,-
2013 €30769000,-
 

 

Hierin zien we dat de toegevoegde waarde per werknemer dus langzaam meer wordt en dat PostNL en er langzaam in slaagt om met minder werknemers meer toegevoegde waarde te creëren.

Kosten per werknemer

Totale kosten zoals vermeld in de jaaropgave in miljoenen:

geeft de volgende cijfers weer:

2017:     € 26 miljoen

2016: € 24 miljoen
2015: € 24 miljoen
2014: € 22 miljoen
2013: € 22 miljoen

Ook deze cijfers zijn relatief stabiel de afgelopen jaren. Deze kosten blijven dus relatief gelijk al doet PostNL het wel met minder werknemers de afgelopen jaren. Dit is een relatief goed verloop maar het kan beter door ook de kosten per werknemer te doen laten dalen samenhangend met het aantal werknemers. Nu worden de kosten per werknemer nog steeds iets meer.

Nettowinst per werknemer

De totale nettowinst zoals vermeld in de jaaropgave is:

2017:                     € 148 miljoen
gedeeld door het aantal werknemers (44263) maakt:
2017:                     € 3343,65 nettowinst per werknemer.

Ook hiervan is een analyse over de afgelopen jaren gemaakt en dan ziet de nettowinst per werknemer er zo uit:

2016:                     € 4153,15
2015:                     € 2344,62
2014:                     € 3853,55
2013:                     – € 2455,43

Deze cijfers zijn stijgend en dat is een goed beeld. Het komt mede doordat PostNL uit de rumoerige jaren van voor 2013 klimt en zodoende haar nettowinst weer ziet stijgen.

Risicomanagement[1]

Financieel risico

Het feit dat een onderneming normaliter vreemd vermogen gebruikt voor de financiering van haar activa betekent dat de onderneming in kwestie onderhevig is aan schommelingen in prijzen en valutas en rente. Deze rentelasten worden onder andere opgenomen in de winst en verlies rekening.

Financieel risico wordt dan ook wel gedefinieerd als de kans op een afwijking van de verwachte financiële lasten. Doordat ondernemingen steeds meer gebruik maken van de zogenoemde financiele hefboomwerking heeft het managen van het financiele risico aan belang gewonnen.
hierbij wordt gebruikt gemaakt van financiele instrumenten om onder andere het renterisico en het valutarisico te managen.

Er bestaan verschillende constructies om het risico te beperken. Zo bestaat er de cap- en de floorconstructie. Bij de capconstructie kan het risico van een stijgende rente die hogere rentelasten veroorzaakt worden gereduceerd tegen de betaling van een premie. Bij de floorconstructie geldt dat de onderneming een minimum rentepercentage afspreekt met de bank waarbij de onderneming een bepaald percentage betaald ook als de rente daar onder zakt.

Een onderneming kan in het kader van werkkapitaalbeheer meerdere mogelijkheden gebruiken om het financieel risico te managen. Er kan worden gekozen voor een expansief of een restrictief beleid.

Bij een expansief beleid in kapitaalstructuur zorgt dit bijvoorbeeld voor een hoog debiteuren saldo en hoge voorraden. Restrictief beleid is het tegenovergestelde.
Bij een expansief beleid in vermogensstructuur wordt er gebruikt gemaakt van leverancierskrediet, bankkrediet en kort vermogen. Indien het beleid restrictief is worden deze (kort) vreemd vermogen zoveel mogelijk teruggedrongen.

Cijfers (milj)     2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Financiële lasten     10205 9791 3835 3993 3966 391 3071 3125 3132 3267
2008-2017  
Gemiddelde   4478
Spreiding   3086
Variatiecoëfficiënt   0,689
Cijfers (milj)     2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Bedrijfsresultaat     982 648 480 417 395 404 402 340 291 253
Interest     182 160 120 121 132 184 105 90 104 46
Interestdekkingsgetal     5,396 4,05 4 3,446 2,992 2,196 3,829 3,778 2,798 5,5
2008-2017  
Gemiddelde   3,798
Spreiding   1,049
Variatiecoëfficiënt   0,276

 

[1] H. Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse H4, 2018